
Inleiding
Arthroscopie betekent letterlijk: 'kijken in een gewricht'. Elke groter gewricht is hiervoor geschikt, maar in deze folder gaan wij uit van de schouder en de pols.
Schouder arthroscopie
Een arthroscopie van de schouder wordt onder algehele narcose uitgevoerd. U ligt op uw zij. De arm aan de te opereren zijde wordt aan een klein gewicht opgehangen. Het schoudergewricht wordt gevuld met water.
Daarna wordt via een klein insteekwondje de arthroscoop in het gewricht gebracht. Dit is een potlood-dunne buis met daarin een lenzensysteem. Het brengt licht in het gewricht, waardoor het inwendige van het gewricht is te zien. Een kleine TV-camera is gekoppeld aan de arthroscoop en laat het beeld zien op een TV-scherm.
De orthopeed kan nu de kop en de kom van het gewricht zien, evenals de pezen, het gewrichtskapsel, het kraakbeen van de gewrichtsrand en de slijmbeurs die tussen gewricht en schouderblad ligt.
Of een operatieve ingreep mogelijk is hangt af van de afwijkingen die de orthopeed aantreft. Sommige afwijkingen kunnen beter later worden geopereerd. Een aantal ingrepen wordt direct arthroscopisch uitgevoerd. De operatie duurt gemiddeld een half tot één uur.
De meest voorkomende arthroscopische ingrepen zijn:
- Het verwijderen van slijmbeursweefsel dat door een chronische slijmbeurs ontsteking hard en pijnlijk is geworden.
- Behandeling van kraakbeenbeschadiging door herhaalde ontwrichting.
Na de operatie van de schouder
Na de operatie wordt de arm ondersteund door een mitella of kussen. De schouder wordt gekoeld met ijskompressen om de pijn te verlichten. Afhankelijk van de diagnose en de uitgevoerde ingreep, wordt de arm op de afdeling geoefend door de fysiotherapeut. U krijgt een voorschrift mee voor fysiotherapie thuis. In het algemeen wordt u opgenomen op de dagverpleging en kunt u na de ingreep weer naar huis. Bij poliklinische controle na 2 of 3 weken, kunt u bespreken of de gevonden afwijkingen gevolgen hebben voor uw werk of sport.
Pols arthroscopie
Ook het polsgewricht kan uw orthopeed arthroscopisch onderzoeken en opereren. Bij deze ingreep wordt in het algemeen de hele arm verdoofd. De operatie kan eventueel onder lichte narcose plaatsvinden. De arthroscoop die voor de pols wordt gebruikt is nog kleiner en dunner dan die voor de schouder.
U ligt op de operatietafel en uw arm hangt van de operatietafel af. Het gewricht wordt gevuld met water. Via een klein insteekwondje wordt de arthroscoop ingebracht. Eventueel nog wordt nog een ander instrument via een ander insteekwondje ingebracht. De gevonden afwijkingen zijn meestal chronische ontsteking en verdikking van het gewrichtslijmvlies of een kraakbeen beschadiging. Soms kan dit tijdens de arthroscopie worden verholpen.
Na de operatie van de pols
Na de operatie worden de wondjes eventueel gehecht of wordt stevig verbonden. In het algemeen is het de dag na de operatie weer mogelijk de arm te gebruiken en te belasten. U kunt dan het drukverband verwijderen en de kleine wondjes zelf verzorgen met een pleister.
Bij poliklinische controle na 2 of 3 weken kunt u bespreken of de gevonden afwijkingen gevolgen hebben voor uw werk of sport.
Mogelijke complicaties
Gelukkig treden na een arthroscopie niet vaak complicaties op. Mogelijke complicaties zijn:
- Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend.
- Er kan een wondinfectie optreden; bestaande uit roodheid en pijn soms gepaard met koorts.
- Nalekken van een van de steekgaatjes.
- Functiebeperking als gevolg van verklevingen van het kapsel.
- Zenuwletsel.
Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met de assistent of uw behandelend specialist. Gelieve ons tijdens kantooruren te bellen.
Polikliniek Orthopedie:
Amphia Breda & Amphia Oosterhout T (076) 595 30 80
Heeft u na uw operatie of opname nog vragen:
Amphia Breda & Amphia Oosterhout T (076) 595 30 81