
U bent verwezen naar de afdeling Pijngeneeskunde in verband met uw chronische pijnklachten. De pijnspecialist heeft met u gesproken over een behandeling van het ganglion stellatum. Het doel van deze behandeling om de pijn te verminderen en daardoor uw functioneren te verbeteren. Uw pijn verdwijnt mogelijk niet totaal.
In deze folder leest u meer over de voorbereiding, uitvoering en de resultaten van een behandeling van het ganglion stellatum.
Wat is een behandeling van het ganglion stellatum?
Een behandeling van het ganglion stellatum wordt gedaan bij chronische pijn en doorbloedingsstoornissen aan de nek, kaak, schouder, arm of hand.
Een ganglion is een zenuwknoop waar veel zenuwbanen samenkomen. Het ganglion stellatum ligt laag in de hals, naast de zevende nekwervel.
Bij de behandeling geeft de pijnspecialist via een naald medicatie en soms een gepulseerde radiofrequent stroompje dit ganglion, waardoor het verwarmt. Hij beïnvloedt daarmee de pijnsignalen die de zenuwen in het ganglion afgeven aan de hersenen.
Hoe lang de behandeling werkt, is bij iedereen verschillend. Dat is moeilijk te voorspellen.
Uw pijnspecialist beoordeelt of u in aanmerking komt voor een behandeling van het ganglion stellatum. Indien u beiden achter de behandeling staat, wordt u aangemeld voor deze behandeling. Ongeveer een week voor de ingreep wordt u gebeld door de afdeling Opname over medicijngebruik en de afdeling waar u zich mag melden. U hoeft niet nuchter te zijn voor de behandeling.
Belangrijk
- Gebruikt u bloedverdunners? Als u bloedverdunners (antistollingsmedicatie) gebruikt, meld dit dan aan uw behandelend arts. Hij/zij bespreekt met u of en wanneer u moet stoppen met deze medicijnen.
- Uw andere medicijnen mag u blijven gebruiken zoals u gewend bent. Dit geldt ook voor uw pijnmedicijnen.
- Op de dag van de behandeling mag u niet actief deelnemen aan het verkeer. Zorgt u dus voor vervoer.
- De griepvaccinatie mag niet plaatsvinden twee dagen voor en twee dagen na de behandeling. Andere vaccinaties, zoals reisvaccinaties, mogen niet plaats vinden twee weken voor en twee weken na de behandeling.
De opname
U mag zich samen met uw begeleider melden in de wachtruimte, zoals vermeld in uw afsprakenbrief. Zodra u aan de beurt bent wordt u opgeroepen om naar de poli Pijngeneeskunde te komen. Hier wordt u door ons ontvangen en meegenomen naar de behandelkamer.
Belangrijk
- Draag makkelijk zittende kleding
- Informeer uw pijnspecialist als u zwanger bent, allergisch bent voor contrastvloeistof of een pacemaker of ICD heeft.
Duur
De behandeling duurt ongeveer dertig minuten. De totale opname duurt ongeveer 2 uur. De behandeling vindt plaats op behandelkamer van de afdeling Pijngeneeskunde.
De uitvoering
Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op de behandeltafel. U krijgt eerst een plaatselijke verdoving. Vervolgens brengt de pijnspecialist de naald in tot bij de zenuwknoop. Om de juiste plaats van de naald te bepalen, maakt hij gebruik van röntgen- of echo-opnames. Met behulp van contrastvloeistof voert hij nog een extra controle uit.
Wanneer de naald op de juiste plaats zit, geeft de pijnspecialist door de naald medicatie en/of kleine elektrische stroompjes bij het ganglion, gedurende een aantal minuten. Dit geeft een prikkelend gevoel, het is niet pijnlijk.
Na de behandeling wordt u teruggebracht naar de afdeling. U heeft een pleister op de prikplaats. Een kwartier na de behandeling mag u deze verwijderen. Na de behandeling houden wij u nog even ter observatie op onze afdeling. Als u zich goed voelt mag u na een halfuur weer naar huis. Bent u gestopt met bloedverdunners, dan begint u weer op de avond van de behandeling.
Het resultaat
Het resultaat kunt u direct merken door de lokale verdoving. Deze werkt echter uit en dan moet het lichaam de kans krijgen te reageren op de medicijnen die zijn ingespoten. U kunt het effect na vier tot zes weken goed beoordelen. Sommige mensen merken al eerder effect. Het komt ook voor dat aanvullende behandelingen nodig zijn.
Na ongeveer zes weken komt u terug op de polikliniek of wordt u gebeld om het resultaat met u te bespreken. Het kan ook zijn dat u terugverwezen wordt naar uw oorspronkelijke behandelaar, zoals de neuroloog of orthopeed.
Bijwerkingen
De behandeling kan, ondanks onze zorgvuldige uitvoering, een aantal complicaties en bijwerkingen met zich meebrengen:
- Een afhangend ooglid of wazig zien. Dit gaat voorbij wanneer de plaatselijke verdoving is uitgewerkt.
- Een hese stem. Ook dit is van voorbijgaande aard wanneer de plaatselijke verdoving is uitgewerkt.
- Napijn, als de verdoving is uitgewerkt. Deze kan enkele weken aanhouden, maar verdwijnt vrijwel altijd. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld paracetamol volgens bijsluiter). Zo nodig kan, in overleg met uw pijnspecialist of huisarts, een andere pijnstiller worden voorgeschreven.
- Na de behandeling kan de huid op de behandelde plaats wat gevoellozer zijn of aanvoelen als een blauwe plek. Meestal gaat dit na enkele weken weer langzaam over. Sommige mensen houden hier lang last van.
- Allergische reactie. U kunt allergisch zijn voor de gebruikte middelen (bijvoorbeeld röntgencontrastvloeistof). U kunt dan tot twee dagen na de behandeling last krijgen van jeuk, huiduitslag en mogelijke kortademigheid. Waarschuw in dit geval uw huisarts. Hij kan beoordelen welke behandeling noodzakelijk is.
- Krijgt u koorts, waarschuwt u dan uw pijnspecialist of huisarts.
- Een zeldzame complicatie is een klaplong, veroorzaakt door het aanprikken van het longvlies. In dat geval blijft u opgenomen in het ziekenhuis.
- Als u thuis benauwd wordt, neemt u dan altijd contact op met uw huisarts.
Leefregels
- U kunt de dag na de behandeling uw activiteiten weer hervatten, tenzij de pijnspecialist anders met u heeft afgesproken.
- Het is belangrijk om in beweging te blijven maar vermijd overbelasting.
- Het is altijd goed om te stoppen met roken en te zorgen voor een lichaamsgewicht passend bij uw lengte, leeftijd en geslacht.
Vragen?
De afdeling Pijngeneeskunde is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur. Vragen over uw pijnbehandeling kunt u stellen via het telefoonnummer [0162] 32 70 40.
Voor vragen over uw opname neemt u contact op met de Afdeling Opname, maandag tot en met vrijdag, van 8.30 tot 16.30 uur, op telefoonnummer: (076) 595 30 84.