Transveneuze Implanteerbare Cardioverter Defibrillator
Voorwoord
Uw cardioloog adviseert u om een ICD of (inwendige cardioverter) defibrillator te laten implanteren. Wellicht heeft u al enige tijd last van hartritmestoornissen, of heeft u zelfs een hartstilstand gehad. Ook kan het zijn dat u geen klachten heeft, maar dat er bij u een verhoogde kans bestaat op het ontwikkelen van een levensbedreigende hartritmestoornis. Omdat niet alle hartritmestoornissen goed zijn te behandelen met medicatie alleen is, in overleg met u, besloten een ICD te implanteren. In deze brochure geven wij u een beeld van de implantatieprocedure en het leven van en met de 'ICD-drager'. We hopen u en uw familie hierdoor meer inzicht te geven in het dragen van een ICD.
Wat is een ICD?
Een ICD of defibrillator kan bij levensbedreigende hartritmestoornissen zelfstandig de ritmestoornis opheffen. De ICD ziet er uit als een pacemaker en bestaat uit een behuizing met batterij en software. De defibrillator wordt aangesloten op één, twee of drie draden, de zogenaamde 'leads' die naar het hart gaan.
Het aantal draden is afhankelijk van de aard van de aandoening en/of het type hartritmestoornis.
Bij ieder mens slaat het hart wel eens een keer over. Dit is een onschuldig fenomeen. Bij de ritmestoornissen waarvoor een ICD wordt overwogen, is er sprake van zeer snelle en abnormale activiteit van het hart. Dit wordt ook wel ventriculaire tachycardie of VT genoemd. U kunt zich hierbij opgejaagd voelen, maar er kan ook duizeligheid of flauwte optreden. Bij nog snellere en meer chaotische activiteit van het hart (het ventrikelfibrilleren of VF) kan het hart het bloed niet meer rond pompen. Dit is wat in het dagelijks leven een hartstilstand of hartverlamming wordt genoemd.
Wanneer de ICD levensbedreigende hartritmestoornissen signaleert, kan het deze ritmestoornissen zelfstandig beëindigen. In een ICD zit elektronica die er voor zorgt dat een elektrische shock wordt toegediend op het moment dat ventrikelfibrilleren optreedt. Door het toedienen van een dergelijke 'shock' kunnen het normale hartritme (het zogenaamde 'sinusritme') en de pompfunctie van het hart zich herstellen. Hierdoor wordt de bloedcirculatie weer normaal.
Bij ventriculaire tachycardie kan de ICD de ritmestoornis beëindigen door als een pacemaker het hart nog sneller te stimuleren.Dit zogenaamde 'overpacen' of ATP is vaak succesvol en pijnloos. Veelal heeft de patiënt niet eens gemerkt dat ATP heeft plaatsgevonden. Als ATP niet succesvol is, zal de ICD alsnog een shock afgeven.
Belangrijk: De ICD bewaakt continu het hartritme, maar verandert niets aan uw ziektebeeld of conditie. Alleen bij implantatie van een biventriculaire ICD, waarbij een derde lead moet worden geplaatst, kan de conditie verbeteren. Plaatsing van een biventriculaire ICD is alleen zinvol bij een geselecteerde groep patiënten.
Wie komt in aanmerking voor een ICD?
Voor een ICD komen mensen in aanmerking bij wie door kamerritmestoornissen, de bloedcirculatie in gevaar kan komen. Deze ritmestoornissen zijn niet altijd op te lossen met een 'gewone pacemaker', katheterbehandeling of medicatie alleen. Patiënten met deze ritmestoornissen hebben veelal een verminderde pompkracht van het hart op basis van een doorgemaakt hartinfarct. Maar ook mensen met een schijnbaar 'gezond' hart, die om verschillende redenen een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van een levensbedreigende hartritmestoornis, komen in aanmerking voor een ICD.
Wat kunt u verwachten van de ICD-verpleegkundige?
- Voor de implantatie wordt u uitgenodigd door de ICD-verpleegkundige voor een informatief gesprek over de ICD.
- De ICD-verpleegkundige geeft extra zorg en begeleiding aan alle ICD-dragers. Het zou kunnen dat u of uw naasten na de implantatie vragen hebben of angstig zijn.
- Het kan dan helpen om eens rustig een gesprek te voeren met een deskundige op dat gebied. Hier is altijd gelegenheid voor. Schroom dus niet om met uw vragen te komen en om hulp te vragen. U kunt hiervoor een afspraak maken via het telefonisch spreekuur.
- Daarnaast kan het zijn dat de verwachtingen erg hoog lagen ten opzichte van de ICD. De ICD zal echter niets aan het ziektebeeld veranderen. De ICD geneest de hartkwaal niet! Praat hierover met de ICD-verpleegkundige.
- De ICD-verpleegkundige is er voor de ICD-drager en zijn omgeving.
De implantatieprocedure
U wordt opgenomen in het ziekenhuis. De behandeling bestaat uit de volgende drie stappen:
- Voorbereidingen voorafgaand aan de ingreep
- De implantatieprocedure
- Nazorg op de afdeling
1. Voorbereidingen voorafgaand aan de ingreep
Via Planning Hartcentrum (tel. 076-595 5485) wordt u opgeroepen voor de implantatie van de ICD.
Bloedverdunners
Indien u een bloedverdunner gebruikt, dient u meestal een aantal dagen voorafgaand aan de implantatie van de ICD, te stoppen met het innemen van deze bloedverdunners.
- acenocoumarol (Sintrom Mitis): 1 dag voor implantatie niet innemen.
- fenprocoumon (Marcoumar): 2 dagen voor implantatie niet innemen.
- NOAC: dabigatran (Pradaxa), apixaban (Eliquis), edoxaban (Lixiana), rivaroxaban (Xarelto): avond en ochtend voor implantatie niet innemen.
- acetylsalicylzuur (Ascal), clopidogrel (Plavix), ticagrelor (Brilique), prasugrel (Efient): mag gecontinueerd worden.
Let op! Als u in het bezit bent van een kunstklep, zal uw arts aangeven wanneer u moet stoppen met het innemen van bloedverdunners.
De apothekersassistent van de ziekenhuisapotheek van Amphia belt u een dag voor de behandeling. Hij bespreekt met u uw medicatiegebruik en zet dit in uw dossier.
Wees nuchter
- Wordt u vóór 08:00 uur opgenomen? Neem dan in de ochtend alleen heldere dranken.
- Wordt u tussen 08:00 en 10:00 uur opgenomen? Neem dan in de ochtend een licht ontbijt en daarna alleen heldere dranken.
- Wordt u na 12:00 uur opgenomen? Ontbijt dan licht voor 10:00 uur en neem daarna alleen heldere dranken.
Onder licht ontbijt wordt verstaan:
- een of twee beschuiten of toast, met licht verteerbaar zoet beleg zoals honing en jam één glas heldere drank.
Onder heldere dranken wordt verstaan:
- thee zonder melk frisdrank zonder prik helder vruchtensap zonder vruchtvlees water/ranja
Allergische reacties
Bent u allergisch voor bepaalde medicijnen, vloeistoffen of andere dingen? Meld dit vóór de procedure aan uw arts of de verpleegkundige.
(Mogelijke) zwangerschap
We werken met röntgenstraling. Dat mag NIET als u (misschien) zwanger bent. Meldt u dat dan vóór uw opname aan de cardioloog.
Stoornis in de nieren
Als uw nieren niet goed werken, krijgt u mogelijk via een infuus in de arm extra vocht toegediend.
Op de dag van opname heeft u op de verpleegafdeling een intakegesprek met de verpleegkundige van de afdeling. Daarna wordt eventueel bij u nog bloed afgenomen en mogelijk een longfoto gemaakt. In enkele gevallen wordt aanvullend nog een echo gemaakt van het hart.
De ICD wordt bij voorkeur aan de linkerzijde geplaatst ter hoogte van het sleutelbeen. In uw linker arm krijgt u een infuus. Het infuus is noodzakelijk om medicijnen toe te dienen. Antibiotica worden uit voorzorg gegeven om eventuele infecties te voorkomen. Indien nodig kunnen tijdens de implantatieprocedure via het infuus extra medicijnen worden toegediend.
Voorafgaand aan de implantatieprocedure wordt een hartfilmpje gemaakt, een zogenaamd ECG. Een half uur voorafgaand aan de implantatieprocedure krijgt u op de verpleegafdeling een rustgevend medicijn.
2. De implantatie
De implantatie vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer. Voordat u de behandelkamer op gaat, krijgt u een operatiemuts op. U mag geen sieraden dragen. Alvorens u op de behandeltafel gaat liggen wordt er een 'Time Out' procedure gedaan. Hierbij wordt gevraagd wat uw naam is en waarvoor u komt. Tijdens de behandeling ligt u plat op een behandeltafel. Nadat u op tafel bent gaan liggen, wordt de plaats waar de ICD wordt geïmplanteerd grondig gereinigd met een ontsmettingsmiddel. Daarna wordt u afgedekt met steriele operatiedoeken. U wordt aangesloten aan apparatuur wat uw hartritme bewaakt.